Weg met wegwerpplastics: hoe gaat dat in het hoger onderwijs?


Gepubliceerd op 18 augustus 2022

De plasticsoep in zee bestaat voor een groot deel uit plastic producten voor eenmalig gebruik. Ook op de Europese stranden spoelen veel van deze zogeheten ‘single-use plastics’ aan. Van plastic rietjes en ballonnen tot PET-flessen en voedselverpakkingen. Om deze afvalberg te verkleinen komen er per 2023/2024 nieuwe regels voor plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen. Voor consumptie ter plekke worden deze producten verboden, voor onderweg mogen ze niet meer gratis worden verstrekt en wordt er aan de consument een herbruikbaar alternatief aangeboden. Maar hoe pakt dit in de praktijk uit in semipublieke ruimtes op een onderwijscampus?

De nieuwe regels

Het nieuwe beleid voor plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen is onderdeel van het maatregelenpakket uit de Europese Single-Use Plastics (SUP-)richtlijn (zie box aan het eind van dit artikel). Er wordt in de regels voor deze productgroep onderscheid gemaakt tussen consumptie ter plekke en consumptie onderweg (‘to-go’).

Per 1 juli 2023: Verbod op gratis verstrekken van wegwerpplastics voor consumptie onderweg

Klanten moeten gaan betalen voor plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen bij het afhalen of laten bezorgen van eten en drinken. Adviesprijzen zijn € 0,05 voor portieverpakkingen (zoals sauscupjes of belegverpakkingen), € 0,25 voor bekers en € 0,50 voor een maaltijd (dit kan bestaan uit meerdere verpakkingen). De afhaallocatie is daarnaast verplicht om een alternatief aan te bieden dat wel herbruikbaar is of ‘bring your own’ (beker of verpakking die de klant zelf meebrengt) toe te staan. Deze alternatieven moeten bovendien duidelijk als optie worden gecommuniceerd.

De regeling is vergelijkbaar met het verbod op gratis plastic tasjes van 2016. Dit beleid bleek zeer effectief: er komen nu 70% minder plastic draagtassen bij het zwerfafval terecht.

Om welke verpakkingen gaat het precies?

Plastic bekers en maaltijdverpakkingen bedoeld voor eenmalig gebruik. Maaltijdverpakkingen zijn containers, bakjes en dozen om direct uit te eten.

  • Ook gedeeltelijk kunststof verpakkingen (bijv. bekers met een plastic coating*)
  • Ook bio-plastics (biologisch afbreekbaar plastic of plastic van hernieuwbare grondstoffen)
  • Uitzondering voor voorverpakte artikelen zoals maaltijdsalades of een afgesloten drinkyoghurtbeker (producten die door de leverancier verpakt verstrekt worden). De consument betaalt wel voor de verpakking, maar er hoeft geen herbruikbaar alternatief aangeboden te worden (het product is immers al verpakt).
  • Verpakkingen van maaltijden die thuis bereid moeten worden (zoals koken of ontdooien) vallen hier niet onder
  • Zakjes en wikkels (dus alle flexibele verpakkingen) vallen niet onder maaltijdverpakkingen.

*In de praktijk vallen alle wegwerpbekers onder de SUP-regelgeving omdat er polymeren worden toegevoegd aan het product.

Per 1 januari 2024: Verbod op wegwerpplastics voor consumptie ter plekke

Voor consumptie op de locatie waar het voedsel wordt aangeschaft (bijvoorbeeld in een restaurant/kantine, op kantoor, bij een festival) wordt herbruikbaar de norm. Alleen wanneer de beker of maaltijdverpakking hoogwaardig gerecycled kan worden - naar minstens gelijke functie - zijn wegwerpverpakkingen nog toegestaan. Om van deze uitzondering gebruik te kunnen maken ben je verplicht hier melding van te doen, een inzamelsysteem op te zetten, administratie van inzameling bij te houden en inzameldoelstellingen te behalen. In 2024 moet minstens 75% van de verpakkingen in recyclebare staat worden aangeleverd bij de inzamelaar, oplopend naar 90% in 2027.

Vanwege de regelgeving over voedselveiligheid van te recyclen materialen, is op dit moment hoogwaardige recycling alleen nog mogelijk voor bekers of voedselverpakkingen die van PET (polyethyleentereftalaat) zijn gemaakt. Voor koffiebekers bestaan geen PET-varianten en is hoogwaardige recycling in de praktijk helemaal geen optie.

Koffieautomaat: to-go of ter plekke?

Een onderwijscampus heeft veel verschillende soorten voedseluitgiftepunten. Voor elk van deze punten is het belangrijk om te weten of het valt onder consumptie ter plekke of consumptie onderweg. Een opsomming:

  • De drankenautomaat in kantoorruimtes: de koffieautomaten voor de medewerkers op afgesloten kantoorafdelingen vallen onder consumptie ter plekke.
  • De drankenautomaat op de openbare gangen: deze automaten zijn openbaar toegankelijk en worden daarom bestempeld als consumptie voor onderweg.
  • De kantine: wat direct aan de tafels wordt genuttigd valt onder consumptie ter plekke. Als er ook drank en voedsel wordt uitgegeven om mee te nemen moet de kantine op die producten de regels voor to-go toepassen. Aan de kassa moet dit daarom worden gevraagd aan de klant. Als de kantine gebruik maakt van drankenautomaten met zelfbediening moeten deze op beide opties worden ingesteld.
  • De coffee-corner met barista: ook hier moet de barista vragen waar de koffie genuttigd wordt, om te bepalen welke beker uitgegeven mag worden. In tegenstelling tot de kantine, zet de barista de koffie bij dit type uitgiftepunt altijd zelf.

Een onderwijscampus zal dus op verschillende plekken verschillende regels moeten toepassen, wat vraagt om goed begrip van de regels, technische aanpassingen van automaten en duidelijke instructies voor de betrokken medewerkers – met name achter de kassa. In de praktijk krijgt een onderwijscampus als gevolg met zowel herbruikbare als wegwerpvarianten te maken. Wel mogen onderwijsinstellingen ervoor kiezen om alle uitgiftepunten samen te trekken en overal de regels voor ‘consumptie ter plekke’ toe te passen.

Als niet alle exploitanten van de verschillende uitgiftepunten willen samenwerken, kan de situatie ontstaan dat er een verscheidenheid aan soorten wegwerpplastics wordt uitgegeven in het gebouw. Dit is een risico voor de juiste inzameling: in welke bak horen de verschillende soorten wegwerpbekers en -verpakkingen? Het inzamelsysteem voor de hoogwaardig recyclebare variant moet niet vervuild worden met andere soorten plastics. Daar komt nog bij dat een instelling ook te maken heeft met afval dat van buiten komt.

Ongeveer 70% van afval komt van buiten

Bij hoger onderwijsinstellingen en universiteiten is de afvalstroom van buitenaf zeer groot. Denk aan de koffiebekers die studenten onderweg naar school kopen en eten dat buiten de campus wordt gehaald. Joep de Hoog (projectleider van de ontwikkeling nieuwe grondstoffenvisie voor de UvA-HvA) deed onderzoek naar het afval op de onderwijslocaties: “Volgens onze afvalsorteerproef komt 70% van het afval van buiten de campus. Dit is voornamelijk eten en eten- en drinken gerelateerd (verpakkings)afval.”

Die cijfers zijn niet uniek voor de onderwijslocaties in Amsterdam. “Onderzoek van Colliers waarin ook buitenstedelijke onderwijslocaties zijn meegenomen laat zien dat slechts 11-20% van de consumptie op de campussen komt van interne verkoop. We hebben te maken met een generatie (Gen Z) die veel buiten de deur consumeert en dat zien we terug in ons afval.” Voor scholen ligt de sleutel van de oplossing daarom in samenwerking: alleen door samen met alle partners op en rond het terrein af te stemmen over materiaalgebruik en bijvoorbeeld een gezamenlijk bekerretoursysteem op te zetten, krijgen de scholen de benodigde grip op de afvalstroom.

Veel afval in het hoger onderwijs komt van buitenaf

Handhaving

In juni 2022 kwam de duurzaamheidskring ‘afval en circulair’ met (in totaal 18) hoger onderwijsinstellingen bijeen om de nieuwe wetgeving en de gevolgen voor de scholen met elkaar te bespreken. Een belangrijke vraag die opkwam ging over handhaving: krijg je dan een boete als je plastic wegwerpbekers - van buitenaf - in je afval hebt zitten op locaties waar je herbruikbare bekers moet toepassen? Het antwoord is nee, want als er wordt gehandhaafd gebeurt dit op basis van het uitgiftepunt. Afhankelijk van in welke categorie het uitgiftepunt valt, moet de juiste beker meegegeven worden.

En alleen als er melding van is gedaan, mogen wegwerpbekers voor hoogwaardige recycling worden uitgegeven. Hoogwaardige recycling is nu alleen nog mogelijk voor bekers of voedselverpakkingen die van PET (polyethyleentereftalaat) zijn gemaakt. Dit materiaal is niet voor alle toepassingen geschikt. Voor koffiebekers bestaan geen PET-varianten en is hoogwaardige recycling in de praktijk helemaal geen optie.

Het doel: 40% minder verpakkingen

Doel van de SUP-regels voor wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen is om een consumptiereductie te bereiken van minimaal 40% in 2026 ten opzichte van 2022. Als het nodig is worden er dan aanvullende maatregelen ingezet wat betreft het verbod. Er wordt dan bijvoorbeeld gekeken of er een minimumbeprijzing nodig is. Op dit moment gebruiken we in Nederland jaarlijks meer dan 7 miljard bekers en maaltijdverpakkingen voor eenmalig gebruik. Meer dan de helft zijn wegwerpbekers die vallen in de categorie ‘consumptie ter plekke’.

Ook beter inzamelen

Naast de maatregelen om aan de voorkant de consumptie van wegwerpplastics te verminderen, wordt er ook aan de achterkant gewerkt aan betere inzameling van verpakkingen. Volgens de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) moeten producenten van verpakkingen zorgen voor een dekkend systeem voor kosteloze inzameling van verpakkingen die vrijkomen in de publieke ruimte. Daarbij moeten producenten ook de kosten voor het opruimen van zwerfafval deels gaan vergoeden. Tegelijkertijd is de verwachting dat deze verantwoordelijk aan het einde van de keten op termijn zal zorgen voor beter recyclebare verpakkingen.

Nu verpakkingsinzameling via de producenten gaat lopen, is ervoor gekozen om organisaties zelf niet te verplichten om plastic verpakkingen (vaak ingezameld in combinatie met blik/metalen en drinkpakken: PMD of PBD genoemd) apart in te laten zamelen. Wel wordt deze uitzondering in de afvalscheidingsregels van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) in 2023 opnieuw bekeken. Maar of de inzameling nu gaat via de producenten of via de instellingen, vervuiling van de afvalstroom zal de grote uitdaging blijven bij het goed kunnen recyclen van PMD.

Wat is de SUP?

De Single-Use Plastics (SUP-)richtlijn is een Europese ‘directive’ die zich richt op de top 10 plastic producten die gevonden worden op de Europese stranden. Dit zijn rietjes, ballonnen, PET-flessen (en doppen), wattenstaafjes, roerstaafjes, drinkbekers, sigarettenfilters, voedselverpakkingen, bestek, draagtassen en sanitaire artikelen. Een pakket aan SUP-maatregelen moet het zwerfvuil van deze productgroepen terugdringen.

Een aantal maatregelen is al van kracht:

2021

  • Verbod op bepaalde wegwerpproducten (rietjes, ballonstokjes, piepschuim voedsel- en drankverpakkingen)
  • Verplichte markering met informatie over plastic materiaal
  • Statiegeld op kleine PET-flessen

Deze maatregelen komen er de komende jaren bij:

2023

  • Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) waarbij producenten meebetalen aan het inzamelen van verpakkingsafval en opruimen van zwerfafval
  • Verbod op het gratis verstrekken van plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen bij consumptie onderweg

2024

  • Verbod op plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen voor consumptie ter plekke
  • Vaste doppen voor drankverpakkingen

2025

  • Inzamelingsdoelstellingen voor vistuig
  • PET-flessen van minimaal 25% gerecycled materiaal (30% in 2030)

Meer informatie: ondernemersplein.kvk.nl/plastic-rietjes-borden-en-ander-wegwerpplastic-verboden/.

Dit artikel is geschreven door Carmen Cosijn van Stichting Stimular en gepubliceerd binnen het project van de duurzaamheidskring ‘afval en circulair’ met instellingen in het hoger onderwijs. Deze is geïnitieerd en gefinancierd door het programma VANG Buitenshuis van Rijkswaterstaat. Stichting Stimular begeleidt het initiatief.