Stappenplan afval verminderen en scheiden
Steeds meer bedrijven en ondernemers zijn bewust bezig met het verminderen en scheiden van afval. Wil je binnen jouw organisatie ook aan de slag met afvalscheiding? En wil je je hoeveelheid afval verminderen? Het stappenplan helpt je op weg.
De 5 stappen uitgelegd
Welke stromen kom je tegen in je restafval?
Voer een nulmeting uit. Inventariseer de samenstelling van het huidige afval: welke materialen zitten erin en waar komt het vandaan? Je kunt dit zelf doen, het liefst met een brede vertegenwoordiging van je organisatie om de bewustwording te vergroten.
Als alternatief kan je een afvalinzamelaar (op jullie locatie) een container met ongesorteerd bedrijfsafval laten sorteren. Door de restafvalbak uit te pluizen kom je te weten welke afvalstromen veel of juist weinig voorkomen en – als je al aan afvalscheiding doet – hoe dit gaat. Gebruik de nulmeting om te bepalen welke maatregelen nodig zijn om de hoeveelheid afval te verminderen en beter te scheiden.
Welke afvalstroom wil je als eerste aanpakken?
Met de analyse van stap 1 heb je zicht gekregen in de huidige samenstelling van het restafval. Je kunt nu één of meerdere afvalstromen kiezen om mee aan de slag te gaan.
Hou bij het kiezen van een afvalstroom ook rekening met (naderende) wet- en regelgeving over wanneer je welke stroom moet scheiden, zie daarvoor Ondernemersplein. Kijk bijvoorbeeld ook welke wegwerpproducten je aanbiedt op de locatie en of je deze moet (of kunt) vervangen voor herbruikbare producten volgens de SUP-regelgeving.
Maar je mag natuurlijk meer doen dan de voor jouw organisatie verplichte stroom of stromen. Zamel een veel voorkomende afvalstroom, die niet in het restafval thuishoort, apart in en verminder hiermee de hoeveelheid restafval. Je kunt bijvoorbeeld papier apart inzamelen of voedselverpakkingen uit de kantine terugdringen.
Tip! Vergelijk je afvallijst met je inkooplijst. Zo kun je bepalen of het gaat om eigen afval of afval van buitenaf. Ook kun je kijken of je bepaalde dingen niet of anders kunt inkopen. Sommige producten kun je vervangen door milieuvriendelijkere opties of zijn zelfs overbodig. Deze kun je dus schrappen van de inkooplijst. Kijk bijvoorbeeld welke wegwerpproducten je aanbiedt op de locatie en of je deze kunt vervangen voor herbruikbare producten. Op deze manier produceer je minder afval.
Wie heb je nodig?
Als je weet welke afvalstroom of afvalstromen je apart wil inzamelen (of verminderen), bekijk je wie je daarbij nodig hebt. Maak afspraken met deze partijen om dit voor elkaar te krijgen. Ga bijvoorbeeld in gesprek met:
Bekijk samen met je leverancier hoe je duurzamer of minder kunt inkopen. Vraag bijvoorbeeld aan de hand van de inkooplijst of er milieuvriendelijke opties zijn voor dat wat jullie nu inkopen. Ga na of je bepaalde verpakkingen of producten kunt teruggeven zodat deze hergebruikt kunnen worden. Sommige producten hoef je helemaal niet meer in te kopen, maar kan je bijvoorbeeld als dienst laten leveren of leasen. Gebruik de creativiteit van je leverancier door hem uit te dagen om jouw prullenbak zo leeg mogelijk te krijgen.
Bekijk in je afvalcontract wie het afval inzamelt en welke afspraken er zijn gemaakt. Wordt je afval gescheiden ingezameld of vindt er nascheiding plaats? Is het mogelijk om het contract uit te breiden met nieuwe stromen? Als het contract op zijn einde loopt, dan liggen er ook weer nieuwe kansen.
Betrek je schoonmakers bij de inzameling van gescheiden afvalstromen. Je kan de schoonmaak een rol geven in de evaluatie, door hen te laten terugkoppelen of afval goed gescheiden wordt in de bakken. Waar gaat het goed en bij welke afdelingen of afvalbakken nog niet? Bekijk of de schoonmaakplanning moet worden aangepast, zodat bakken op tijd worden geleegd en mensen hun gescheiden afval ook daadwerkelijk kwijt kunnen.
Werk samen met andere bedrijven in de buurt. Je kunt bijvoorbeeld afvalcontainers delen met andere bedrijven of samen een contract afsluiten met een afvalinzamelaar. Omdat je samen meer afval hebt, kun je betere eisen stellen.
Je collega’s moeten het daadwerkelijke doelgedrag gaan uitvoeren. Probeer daarom bij hen te achterhalen welke middelen (gelegenheid) zij nodig hebben om het juiste gedrag uit te voeren.Vraag hen ook of ze weten wat de bedoeling is en of ze begrijpen wat je in de nieuwe situatie van hen vraagt.
Daarnaast is het belangrijk dat mensen gemotiveerd zijn om het goede gedrag uit te voeren.Probeer bij een aantal collega’s te achterhalen of ze gemotiveerd zijn om het gewenste gedrag uit te voeren. Of dat er weerstand is tegen het nieuwe gedrag.
Op deze manier zorg je dat iedereen op de hoogte is van de veranderingen of acties om minder afval te produceren. Probeer iedereen mee te krijgen door bijvoorbeeld actiehouders aan diverse activiteiten te koppelen en een coördinator aan te stellen.
Welke middelen heb je nodig en hoe maak je het kenbaar?
Voer de gewenste aanpassingen door. Inventariseer welke en hoeveel afvalbakken je nodig hebt en schaf deze aan.
Hiermee faciliteer je gebruikers met gelegenheid om het juiste scheidingsgedrag uit te voeren. Zorg daarnaast dat je collega’s en overige gebruikers van het pand weten wat de nieuwe werkwijze rondom afval inhoudt. Denk hierbij aan kennis over bijvoorbeeld welke producten bij het GFT moeten en welke in het restafval. Probeer bij een aantal collega’s te achterhalen of ze gemotiveerd zijn om het gewenste gedrag uit te voeren. Of dat er weerstand is tegen het nieuwe gedrag. Pas je interventies hierop aan en speel op deze weerstanden in.
Plaats de afvalbakken op de juiste plek: waar mensen afval produceren, waar je verwacht dat ze hun afval kwijt willen of langs natuurlijke looproutes. De locatie van de afvalbakken heeft namelijk veel invloed op het gedrag van mensen. Zorg voor herkenbaar beeld zodat mensen weten dat er overal scheidingsbakken in het pand aanwezig zijn. Maak daarnaast duidelijk welk afval in welke bak moet, bijvoorbeeld via kleurgebruik en de speciaal ontwikkelde pictogrammen.
Hebben de maatregelen effect?
Bewaak en communiceer de voortgang. Voer bijvoorbeeld na een maand en na een half jaar dezelfde meting uit als bij stap 1. Zo kun je zien of de maatregelen die je hebt genomen effect hebben. Gebruik de resultaten van de nulmeting hiervoor als uitgangspunt. Ook kun je tussendoor bijsturen op basis van de terugkoppeling van de schoonmakers.
Kijk in de kennisbank voor meer informatie. Per branche zijn hier verschillende kennisdocumenten beschikbaar die helpen bij het doorlopen van stappen om afval te verminderen en te scheiden.