Derde afvalbenchmark hoger onderwijs in 2025
In 2025 deden zeventien hoger onderwijsinstellingen mee aan de derde afvalbenchmark hoger onderwijs van VANG Buitenshuis. Dit jaar stuurden zes hogescholen en elf universiteiten afvalgegevens in. Deelnemers kunnen door de benchmark hun eigen afvalsituatie vergelijken met die van andere instellingen en praktijkervaring uitwisselen. Deze afvalbenchmark is uitgevoerd door Stichting Stimular. In dit artikel delen we geanonimiseerde resultaten en bevindingen.
Scope van de Afvalbenchmark
De afvalbenchmark richtte zich op bedrijfsafval wat vergelijkbaar is met huishoudelijk afval. Gevaarlijk afval viel buiten de scope. Voor de onderlinge vergelijkbaarheid zijn ook de volgende afvalstromen niet meegenomen:
- bouw- en sloopafval, omdat dit van jaar tot jaar sterk fluctueert door renovatieprojecten en omdat dit afval ook vaak door aannemers wordt afgevoerd waardoor het dan niet in het overzicht terecht komt.
- afval uit groen-onderhoud, omdat dit vaak door een groenbedrijf wordt afgevoerd. Ook wordt het soms op eigen terrein gecomposteerd/vergist.
Gegevens verzameling
Deze afvalbenchmark hoger onderwijs is een vervolg op de tweede in 2024. Beide keren zijn de gegevens over twee jaren uitgevraagd. Dit maakte het mogelijk om 2022, 2023 en 2024 met elkaar te vergelijken. Het aantal deelnemers is dit jaar gelijk gebleven aan 2024, binnen de groep hebben enkele wisselingen plaatsgevonden. We merken dat er steeds minder ruis zit in de gegevens, zodat bijvoorbeeld het vloeroppervlak steeds beter overeenkomt met de locaties waar het afval in de benchmark vrij komt.
Afvalhoeveelheden vergelijken
We hebben de hoeveelheden afval vergeleken per student (figuur 1) en per m2 vloeroppervlak (figuur 2). Door alle organisaties samen worden 26 verschillende afvalstromen ingezameld. Deze afvalstromen hebben we gegroepeerd in negen categorieën: rubber, ICT en WEB (elektrische apparaten), metaal, kunststof, hout, glas, biogeen, papier & karton en restafval.
Het gemiddelde afvalgewicht per student daalde in 2024 6% ten opzichte van 2023. Omdat het afval per student sterk verschilt tussen hogescholen, technische universiteiten en overige universiteiten hebben we ook de ontwikkeling per cluster bekeken.
- Bij de hogescholen daalde het afval per student in 2024 met 10%. Deze daling was groter dan de stijging in 2023 (+4%). De daling komt vooral door minder restafval, maar ook vertrouwelijk papier is flink gedaald.
- Bij de niet-technische universiteiten is er ook eerst een stijging (+7%) en daarna een daling (-6%), maar komt de daling door de afname van meerdere afvalstromen.
- Bij de technische universiteiten neemt het afval al twee jaar af (eerst -1% en daarna -4%), maar bij deze groep komt dat door daling van de gescheiden stromen. Restafval neemt in deze groep licht toe.
Bij de vergelijking per m2 vloeroppervlak zijn de verschillen tussen de drie typen onderwijsinstellingen veel kleiner. Ook zijn de trends anders; dat komt doordat het aantal studenten per m2 per jaar anders is. Bij de hogescholen neemt het afval per m2 gestaag af. Niet-technische universiteiten zien eerst een stijging en dan een grotere daling waarbij het restafval in 2024 terug is op het niveau van 2022. Het afval per m2 van de technische universiteiten neemt al twee jaar af, waarbij het restafval vrijwel gelijk blijft.
Afvalscheiding
Het gemiddelde afvalscheidingspercentage daalt licht: van 41% in 2022 via 40% (2023) naar 39% in 2024. We denken dat deze kleine daling niet als trend gezien kan worden. Het afvalscheidingspercentage van de deelnemers loopt heel erg uiteen: de meesten halen 30-43%. De uitersten zijn 22,5% en 67% in 2024. Deze spreiding in afvalscheiding is nog groter dan vorige jaren.
Let op: een hoog scheidingspercentage gaat niet altijd samen met weinig afval; sommige organisaties scoren hoog op scheiding, maar hebben wel veel kg/student en omgekeerd.
De hoogste afvalscheidingspercentages worden gehaald door hogescholen die steeds een stapje verder gaan met afvalscheiding. Zo is de Haagse Hogeschool in hun kantoren gestart met een pilot waarbij de restafvalbak vervangen is door een zogenaamde twijfelbak die los staat van de overige afvalstromen. In de eerste pilot werd hierdoor significant minder afval in de restafvalbak gegooid: maar 6% in plaats van 25% restafval.
Meer afvalpreventie
Naast betere afvalscheiding zetten de deelnemers ook steeds meer in op de vermindering van afval. Dit wordt weerspiegeld door de doelen van de deelnemers, bijvoorbeeld maximaal zeven kg afval per persoon in 2030. Dit wordt bereikt door preventiemaatregelen in te zetten. Bijvoorbeeld het verminderen van voedselverspilling door middel van Too Good To Go. Ook wordt er steeds meer in gesprek gegaan met leveranciers over minder afval. Zo heeft een universiteit veel succes behaald met het terugdringen van kartonnen verpakkingen door hier met hun leveranciers afspraken over te maken. Hergebruik van meubilair is bij de meeste onderwijsinstellingen standaard en daarbij zoeken ze ook steeds vaker naar mogelijkheden om meubilair te laten opknappen.
Naast de standaard afvalstromen is er ook steeds meer aandacht voor opleidings-specifiek afval. Bijvoorbeeld de herverdeling van overtollige chemische stoffen en laboratorium apparatuur op de campus en het hergebruiken van verband na het oefenen bij zorgopleidingen.
Een tweede trend is dat er meer maatregelen worden getroffen om verpakkingsmateriaal te beperken, bijvoorbeeld door intern hergebruik van wokkel-vulmateriaal en afspraken met leveranciers over de aanlevering met minder verpakkingsafval. Dit laatste is niet altijd makkelijk zoals blijkt uit de frustratie over koelelementen die meekomen met producten die gekoeld bewaard moeten worden. Leveranciers zijn nog niet bereid om deze koelelementen terug te nemen. Universiteiten proberen ze wel een tweede leven te geven door ze weg te geven aan studenten en de kringloop, maar die hergebruik routes zijn intussen wel verzadigd.
Afvalsorteeranalyses bieden (meer) inzicht
De meeste deelnemers voeren sorteeranalyses van hun restafval uit. Hieruit wordt duidelijk wat er in het restafval zit. Dit biedt waardevolle inzichten in maatregelen voor betere afvalscheiding en preventie. Net als vorig jaar is biogeen afval de belangrijkste afvalstroom die uit het restafval gescheiden kan worden. Daarnaast schatten deelnemers in dat er nog veel verpakkingsmateriaal uit het restafval gehouden kan worden. Zowel door beter scheidingsgedrag als door het nog meer vervangen van wegwerp door herbruikbare alternatieven. Dat betekent bijvoorbeeld het maken van afspraken met externe horeca op de campus over het terugdringen van single-use bekers maar ook houten prikkers in de horeca vervangen door herbruikbare. Ook worden er nog steeds statiegeldverpakkingen in het restafval gevonden. Diverse deelnemers hebben het afgelopen jaar extra donatiebakken en statiegeld inzamelplekken gerealiseerd.
Veel aandacht voor gedrag en communicatie
Als je de deelnemers vraagt naar de grootste belemmeringen om minder en beter gescheiden afval te realiseren, wordt gedrag van de gebruikers het meest genoemd. Geen wonder dat er veel aandacht is voor manieren om de gebruiker te verleiden tot juiste afvalscheiding. Aan de ene kant door het makkelijker maken om het goed te doen, maar ook door middel van communicatie. Dit sloot goed aan bij de vraag aan de deelnemers om voorbeelden op te sturen van het benutten van kwantitatieve afvalgegevens in communicatieve middelen.
Tijdens de slotbijeenkomst bespraken deelnemers de variatie in communicatievoorbeelden uit hun organisaties om afvalscheiding en preventie te stimuleren. Enkele voorbeelden waar deelnemers enthousiast over waren: data van afvalsorteerproeven verwerkt in terugkerende boodschappen op informatieschermen; op de introductiemarkt een kraam inrichten die nieuwe studenten op een speelse manier wegwijs maakt in het afvalscheidingsbeleid van de organisatie; wedstrijd tussen locaties: wie het hoogste afvalscheidingspercentage haalt.
Vervolg in 2026
De uitkomsten van deze afvalbenchmark zijn gepresenteerd en besproken met de deelnemende instellingen. De deelnemers vonden het een inspirerende bijeenkomst en fijn om met elkaar tips uit te wisselen.
Het programma VANG Buitenshuis, dat in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt uitgevoerd, is van plan in 2026 opnieuw een afvalbenchmark voor het hoger onderwijs te faciliteren. Daarin zullen leerpunten en onderzoeksvragen uit deze afvalbenchmark meegenomen worden. De huidige deelnemers hebben aangegeven (weer) mee te willen doen. Je kunt je nog aansluiten. Heb je interesse? Stuur een bericht via ons contactformulier.
Nieuwsbericht
Aansluiten?
De huidige deelnemers hebben aangegeven (weer) mee te willen doen in 2025. Je kunt je nog aansluiten.
Heb je interesse? Stuur ons dan een bericht via het contactformulier.